top of page

“Volhouden is beter dan lijden”

 

Wie:                             Marita

Leeftijd:                        52 jaar

Beroep:                        was eigenaresse poeliersbedrijf, nu niet meer

Ziekte:                          endeldarmkanker

 

Marita heeft geen gemakkelijk leven gehad. Op haar 28ebleek ze baarmoederhalskanker te hebben. Ze werd geopereerd en bestraald. Haar man, van wie ze inmiddels is gescheiden, dronk te veel alcohol en mishandelde haar. Vorig jaar overleed plotseling haar broer met wie ze een goede band had. Ze heeft drie zoons. Ze werkte 25 jaar lang met veel plezier in een poeliersbedrijf.  

Toen werd in 2014 endeldarmkanker geconstateerd, gelukkig zonder uitzaaiingen. Voor ze geopereerd werd vroeg ze aan de chirurg of hij er alles aan zou kunnen doen om te voorkomen dat ze een stoma kreeg. Toen ze bijkwam uit de narcose bleek dat gelukt te zijn, daar was ze heel blij mee. Maar haar sluitspier bleek niet goed meer te werken, daardoor verloor ze steeds ontlasting en had ze continu blaasontsteking, ze durfde niet meer naar buiten. Later bleek dat er een inwendig fistel was ontstaan, omdat er door de bestraling van vroeger een zwakke plek zat. Ze werd weer geopereerd en kreeg een urinestoma. Dat vond ze minder erg, daar was ze bekend mee, want haar moeder heeft dat ook. Maar het ging niet goed, ze kreeg erge buikpijn. Haar buikholte bleek vol ontlasting te zitten omdat er een gat in haar darm was ontstaan. Ze werd heel erg ziek, werd opgenomen op de Intensive Care. Ze raakte in de war, dacht dat ze de verpleegkundigen wijn zag drinken, daar werd ze boos over. En ze had het gevoel alsof ze in een vreemd huis lag. Haar familie kwam uit Suriname omdat het niet zeker was dat ze zou blijven leven. Er moest een stuk darm verwijderd worden en ze kreeg ook een ontlastingsstoma. De familie en haar vriend kwamen vaak langs, de vertrouwde gezichten stelden haar gerust. Ze had een grote open wond op haar buik, toen ze die zag dacht ze zelf dat ze het niet zou overleven.  De wond is nog niet dicht, die moet ze dagelijks verzorgen en ze zal nog een keer geopereerd worden. 

Hoe heeft ze dit  allemaal kunnen doorstaan? Marita: “Toen ik in coma was kwam mijn jongste zoon langs. Hij pakte mijn hand en zei dat ik heel sterk ben en voor hem moet blijven leven, dat hij anders niemand meer heeft. Toen ben ik wakker geworden en dacht: ik wil nog genieten van het leven”. Ze heeft veel steun van haar vriend, hij is zorgzaam. Ze kennen elkaar nog maar twee jaar, maar hij heeft haar niet in de steek gelaten, daar is ze heel blij mee. 

Nu gaat het goed, ze kan weer naar buiten, naar de markt of naar de stad. Ze draagt vrolijke kleren. Ze heeft de twee stoma’s en de zorg voor de wond goed onder controle. Ze kan niet meer werken en heeft nu geen inkomen,  dat vindt ze erg verdrietig. Haar moeder helpt haar wel eens. De toekomst is onzeker. Ze moet nog vaak naar het ziekenhuis en heeft er soms genoeg van, maar haar jongste zoon blijft haar stimuleren dat ze goed voor zichzelf moet zorgen.  Ze zou wel een reisje willen maken, maar dat durft ze nog niet. Thuis maakt ze het gezellig, ze houdt van koken en kan genieten van samen lekker eten met haar familie. 

Het motto van Marita: “Volhouden is beter dan lijden”. 

bottom of page